Het ontwerp

De locatie

Het Rotterdamse quarantaineterrein bevindt zich op de Beneden Heijplaat en is alleen via de Quarantaineweg te bereiken. Hierdoor ontstond een afgelegen locatie voor het isoleren van mensen met besmettelijke ziekten middenin het havencomplex van Rotterdam. Ten oosten van de inrichting lag destijds de Rotterdamsche Droogdokmaatschappij (RDM). De RDM was tijdens de twintigste eeuw één van de grootste scheepsbouwbedrijven van Rotterdam.

Contactbarak

In de contactbarak verbleven mensen die in contact waren geweest met een persoon met een besmettelijke ziekte. Deze barak bevond zich om die reden zo ver mogelijk van de isolatiebarak. Het was namelijk ook mogelijk dat mensen die contact hadden gehad met een “besmet persoon” zelf niet besmet waren, maar juist gezond. Door deze mensen te scheiden van de mensen waarvan wel bekend was dat ze ziek waren werd voorkomen dat op het terrein nog meer besmettingen ontstonden.

Reinigingsbarak

Het reinigingsgebouw is verdeeld in twee delen, namelijk een ‘rein’ gedeelte en een ‘onrein’ deel. Bij binnenkomst konden mensen hun kleding en spullen afgeven en kregen zij zelf een badjas en een paar sloffen aan. Zij konden dan naar de badruimte om daar onder de douche te gaan. Tegelijkertijd werd hun kleding gereinigd in ontsmettingsovens en werden hun spullen gedesinfecteerd.

Lijkenhuis

Het lijkenhuis was onderverdeeld in twee delen. Eén gedeelte was bestemd voor het uitvoeren van sectie op overleden patiënten. Het andere deel was bedoeld om de overledenen te ‘bewaren’ en op te baren.